Aan het woord is dit keer André Baars (60), 3D-technicus bij het Meander Medisch Centrum in Amersfoort. Hij houdt zich twee dagen per week alleen bezig met 3D-printen. Heel het ziekenhuis weet hem te vinden. Hij print graag toepassingen die het de verpleegkundigen makkelijker maken.
Het Lampje van Meander
‘Ik werk 32 jaar bij Meander en ik ben eigenlijk altijd al bezig geweest om oplossingen te verzinnen voor problemen op de afdeling. Jaren geleden werkte ik met rvs en andere materialen, maar als ik kunststof nodig had, liep ik een beetje vast. Het bestaande materiaal voorzag niet altijd in wat ik voor ogen had. Toen ben ik thuis een beetje gaan experimenteren met 3D-printen.
Ik maakte allerlei handige toepassingen om dingen op te hangen en neer te zetten, zoals een telefoonhouder. Maar ik maakte ook servetringen met de namen van mijn gezinsleden erin. Zo kreeg ik de techniek in de vingers en trainde ik mijzelf om na te denken over oplossingen en toepassingen. Van huis uit ben ik opgeleid in de installatietechniek, dus ik houd ervan om dingen te maken.
Toen we een stagiair kregen bij de afdeling Medische Techniek zijn we samen begonnen met 3D-printen. We vroegen ons af wat je allemaal met zo’n printer kunt doen. En welke toepassingen er binnen het ziekenhuis denkbaar zijn. De eerste prototypes printten we in het oranje – dat doen we overigens nog steeds – waardoor ze goed opvielen. Zelf wisten we dan dat bijvoorbeeld infectiepreventie nog naar het ontwerp moest kijken, maar de zorgmedewerkers zagen onze printjes ook. Op die manier maakten we onbedoeld reclame voor wat we aan het doen waren. Mensen begonnen ons te mailen met vragen: ik loop hier tegenaan, heb je een oplossing? Als iets goed werkt, weten mensen je heel snel te vinden.
Ik houd ervan om dingen te maken
Inmiddels hebben we drie 3D-printers staan in de technische werkruimte van de MTA. De printers hebben afzuiging nodig en ze maken ook enig lawaai en daar storen ze niemand. Bovendien wil ik de prints ook kunnen testen en nabewerken zodat ze goed glad zijn, en dat kan daar goed.
Als ik een vraag krijg, kijk ik eerst op de afdeling. Daar maak ik snel wat schetsen en aantekeningen en zo werk ik aan het idee. Vervolgens ga ik in het tekenprogramma aan de slag en kom ik tot een prototype.’
Triagelijst
‘Toen we begonnen, voldeden we nog niet helemaal aan de kwaliteitseisen van de afdeling Infectiepreventie. De eerste printer bouwde de oppervlaktes niet glad genoeg op en die bobbels en richeltjes en randjes hinderen het schoonmaken. Dat was ongeveer drie jaar geleden, inmiddels is Infectiepreventie nauw betrokken bij wat wij ontwerpen en printen. Ook zijn onze nieuwe printers kwalitatief beter.

Als mensen ons benaderen met een vraag moeten ze nu eerst een triagelijst invullen. We hebben die lijst samen met Infectiepreventie opgesteld en het is een levend document. Er staan vragen in als: is de oplossing al te koop? Want als het al bestaat, kan ik het niet maken. Maar we vragen ook in welke ruimte ze de toepassing willen gebruiken. In de OK gelden uiteraard andere regels dan op zaal.
Er zit ook een MDR-check in onze triagelijst: beïnvloedt de oplossing de werking van het medical device? Als dat het geval is, blijf ik erbij vandaan. Dat is een heel andere tak van sport. Net als het high-end 3D-printen. Het is heus fantastisch wat daarmee allemaal mogelijk is, maar mijn focus ligt meer op de vraag hoe ik de verpleging kan ontlasten. Dat vind ik het leukst. Hoe kan je met één handig printje het werk van zoveel mogelijk mensen makkelijker maken?’
Praktische oplossingen
‘Een voorbeeld van een op maat gemaakte oplossingen waar veel mensen blij van werden, is een houder voor een druppelkamer die op de infuuspaal past. Als de druppelkamer niet goed hangt, geeft het tellertje steeds een alarm en dat werkt heel verstorend. Het is een simpele en goedkope oplossing.
Net als de belhouder die op de rand van het bed geklikt kan worden. De patiënt hoeft niet meer te zoeken naar de knop om de verpleegkundige te roepen. De bel is nu altijd binnen handbereik.
Vanuit de CSA (Centrale Sterilisatie Afdeling) kwam de vraag naar op maat gemaakte bakjes om instrumenten in op te bergen. De bodem heeft speciaal een oplopend randje zodat de instrumenten stabiel liggen en niet tegen de rand botsen.
Ik denk iedere keer mee met de gebruiker
Daarnaast ben ik op dit moment samen met Infectiepreventie bezig om een steriele omgeving bij het bed te maken. Het gaat om een geprinte houder die op het voeteneind van het bed bevestigd kan worden en waarin een roestvrijstalen blad geschoven wordt. Op die manier kan de verpleging eenvoudig steriel en stabiel werken aan het bed.

Ik denk iedere keer mee met de gebruiker en uiteindelijk ook de patiënt. Laatst kreeg ik de vraag om slangen die bij een onderzoek ongemakkelijk over de patiënt heen bewegen, beter te begeleiden. Dan maak ik een houdertje voor die slangen.’
Duurzaamheid
‘We hebben bij het Meander ook een afdeling Duurzaamheid met wie ik samenwerk. 3D-printen draagt bij aan duurzaamheid. Ik heb voor ongeveer 35 infuuspalen een strakke en gladde kap geprint voor over de klos zodat ze de palen er weer fatsoenlijk uitzien. Anders waren ze de container in gegaan. Maar ik heb ook wel eens een onderdeel van een bureaustoel geprint dat niet meer leverbaar was. Het is zonde om dingen weg te gooien als ze met een 3D-printje weer jaren mee kunnen.
Wat ik hier maak is allemaal geprint met PETG, een bewerkte variant van het materiaal waar drinkflessen van gemaakt worden. Het filament dat ik gebruik is voor 98% al een keer gebruikt. In de toekomst wil ik hier ook mijn eigen vermaler hebben zodat ik het gebruikte materiaal – als ik het terugkrijg – kan omsmelten en nog een keer kan gebruiken.’
Niet duur
‘Ik werk vraaggestuurd en de vraag naar toepassingen in het ziekenhuis is blijkbaar groot. En het antwoord is relatief goedkoop. Ik heb hier 3 redelijk goedkope printers staan van1300, 350 en 220 euro. Dat is niet duur, zeker niet als je de printers beschouwt als gereedschap. Een kilo filament kost 30 euro en zo’n beugeltje dat ik maak, weegt misschien nog geen 100 gram. Dus je kan vrij snel uitrekenen hoe goedkoop de oplossing is, terwijl er een groot bereik is.
Als het prototype is goedgekeurd ga ik printen
En de zorg is blij omdat er weinig tijd zit tussen hun vraag en mijn leveren. Want als het prototype is goedgekeurd ga ik printen. Bij de ontwerpen die ik al in de portefeuille heb zitten duurt het één of twee weken voordat er een hele batch geprint is. Het is een kwestie van plannen, de printer kan ’s nachts doorwerken.’
Enthousiasme delen
‘Ik zou het heel mooi vinden als er een platform is met een catalogus waar je je spullen in kunt tonen. Collega’s kunnen dan ideeën opdoen en toepassen in hun eigen ziekenhuis. Het gaat om kennisdelen.

Veel ziekenhuizen zijn bang om info te delen, maar het gaat mij niet om het delen van de printfiles. Ik mag mijn spullen ook niet meenemen naar een ander ziekenhuis, want dan betreed ik de markt en gelden er andere regels. Dus ik pleit voor het delen van ideeën, niet voor het uploaden van de ontwerpfiles.
Overigens worden er nog wel eens toepassingen van mij uit het ziekenhuis meegenomen. Door bezoekers of zorgmedewerkers. Dan duikt mijn print ineens op in een ander ziekenhuis en krijg ik van een collega daar de vraag of ik er een paar voor hen kan printen omdat hun beddenframe een andere maat heeft. Dat doe ik natuurlijk niet, maar ik leg wel uit hoe ze het kunnen maken. En ik zet inmiddels onze naam op de wat grotere prints, zoals de houder voor het steriel werken aan het bed.’
Pionieren
‘Er is veel variatie tussen de ziekenhuizen: het ene huis is aan het pionieren met 3D en het andere huis heeft geen printer staan en heeft er geen ervaring mee. In de grotere, academische huizen zie je dat ze wel met 3D-printing bezig zijn, maar dat ze niet in huis printen omdat de oplages zo groot zijn.
Mijn functie hier in het Meander is echt gecreëerd. Wij zijn een innovatief ziekenhuis en ik ben uitgenodigd om een presentatie te geven aan de Raad van Bestuur om te laten zien wat je met 3D-printen kan doen op een eenvoudig niveau. Daar waren ze wel van onder de indruk. Toen is er een businessplan opgesteld, waarin duidelijk werd wat de besparingen zijn en wat de oplossingen kunnen betekenen voor de zorg. Daarna waren ze ervan overtuigd dat we met 3D-printing aan de slag moesten.
Ik denk dat er nog niet veel mensen in de ziekenhuiswereld zijn met mijn functie. Voor mij zit de lol echt in het bedenken van oplossingen, in het bedenken van iets wat er nog niet is.’
Opschalen
‘Ik maak nooit reclame voor wat ik maak, maar als ik mijn werk met foto’s ergens openbaar maak, denk ik dat de vraag de pan uitrijst.

Ik zou me kunnen focussen op het verhogen van de productie en op de bescherming van mijn producten met patenten. En dan zou ik commercieel aan de slag kunnen gaan in een eigen bedrijf. Maar meer geld verdienen heeft helemaal mijn interesse niet. Het gaat mij om de oplossingen waarmee het werk van de verpleegkundigen makkelijker wordt. Ik vind dat we goed moeten omgaan met het geld dat er is, de zorg is al duur genoeg. De 3D-printer kan op korte termijn veel produceren en die vorm van opschaling heeft wel mijn interesse.’
(2026-01 | Interview: Floor Gerritsma | Fotografie: Jan Willem de Venster)

