Aan het woord is dit keer Jan Leerkotte (66). Hij is inmiddels afgezwaaid, maar hij was 46,5 jaar werkzaam in de medische techniek. Het grootste deel daarvan, 45 jaar, in het Medisch Spectrum Twente (MST). Hoe zag het vak er al die jaren geleden uit? En welke ontwikkelingen heeft hij voorbij zien komen?
Overal in thuis
‘Mijn aandachtsgebied als vakspecialist bestond de afgelopen jaren uit de levensondersteunende apparatuur. Maar toen ik begon, waren we met twee man en deden we het hele ziekenhuis. De eerste 25 jaar was het werk dus allround, ik was overal inzetbaar. Tot voor kort ook nog op de OK.
Naast alle technische kennis zeg ik altijd dat ik ook een doctoraal gedrag heb. Je moet ook tactisch met een hoogopgeleide arts kunnen omgaan als die gefrustreerd zegt dat een apparaat niet functioneert, terwijl er met dat apparaat niets mis is.’
Zelf denken en bouwen
‘Lange tijd deden we veel zelf: bouwen, repareren en aanpassen. We bouwden bijvoorbeeld apparatuur om van klasse I naar klasse II. Of we pasten apparatuur aan voor thuisgebruik, omdat patiënten vaak op de bovenverdieping geen randaarde hadden. En bij klasse I apparatuur kan bij valschade een spanningvoerend onderdeel contact maken met de metalen behuizing.
het denkwerk deden we zelf
In de beginjaren bouwden we een minimalistische saturatiemeter waarbij we lichtgevoelige weerstand gebruikten. Het was een sensor die je op de oorlel kon zetten met een lampje erachter. De eerste bewakingsmonitoren die we hadden, waren niet meer dan een klein rond groen schermpje met een ECG dat een pieptoon gaf als er een hartslag voorbijkwam. We gingen dat systeem upgraden toen er een chirurg om alarmering en begrenzing vroeg en om een andere pieptoon. Dat was dan een kwestie van zelf een printplaatje maken. Beetje etsen, gaatjes boren, zelf solderen en dan de componenten erop.
Het denkwerk deden we zelf: hoe moet ik de techniek toepassen om tot een mooi eindproduct te komen? Naar mijn mening leer je de dingen het best door ze te doen in de praktijk. Als het goed gaat, is alles goed. Als het fout gaat, is het de vraag waar het aan ligt.
Die manier van werken heb ik nooit helemaal losgelaten. We hebben ook voorlopers gebouwd van veiligheidstesten: daardoor weet je precies wat je test. Nu is het vaak bij een test een kwestie van apparatuur aansluiten en de knop omzetten, zonder dat je eigenlijk nog weet wat je meet.
Bij updates van apparatuur kwam het wel voor dat ik aan de leverancier liet weten waar er een foutje zat en hoe ze dat konden aanpassen. En nee, dan kwam er geen bedankje.’
Weten van de hoed en de rand
‘Ik was vaak om 7:30 op mijn werk en dan nam ik tijd om de laatste ontwikkelingen in de vakliteratuur door te nemen. Ik volgde elke stap omdat ik altijd nummer één wilde blijven: niet achteropraken, maar bijblijven. Het denkwerk deden we zelf.
De VZI bood veel trainingen en onderwijs aan en daar deed ik graag aan mee, zoals Elektronische veiligheid en uitleg over de MDR. Aan het einde van het jaar had ik altijd veel meer dan de verplichte nascholingspunten.
het denkwerk deden we zelf
De congressen en bijeenkomsten van de VZI waren goed voor het onderlinge contact met collega’s. En de officiële certificaten die je vakbekwaamheid aantonen zijn ook nuttig. Dan heb je iets om mee te zwaaien naar je werkgever.’
Stroomversnelling
‘We leven inmiddels in een hyper-technische wereld en de ontwikkelingen gaan maar door. Ik kan me goed voorstellen dat collega’s het rond hun 62ste lastiger vinden om 100% achter hun werk te staan. Je moet echt gemotiveerd zijn om het allemaal bij te benen. Dit werk mag nooit een trucje worden. Als je handelingen vanuit een automatisme gaat verrichten, gaat het mis.
Zelf kom ik nog uit het buizen-tijdperk. Daarna kwam de transistor, maar pas bij de microprocessor gingen de ontwikkelingen echt hard. Door de microprocessor was er ineens veel meer mogelijk op een eenvoudige manier.
Nu is er natuurlijk AI die veel van het denkwerk overneemt. Het is beangstigend als mensen het verleren om zelf na te denken. In die zin is het wel goed dat ik nu stop. AI gaat veel veranderen en ik hoop voor de jonkies dat ze hun vak kunnen blijven volgen.’
Andere manier van werken
MDR heeft veel plezier weggehaald van de techneut. De mogelijkheden zijn nu veel beperkter. Wij konden uitmeten, repareren, een bericht naar de firma sturen met hoe het ervoor stond en dan kregen we weer groen licht. Die manier van werken is weg.
Ik kan nog steeds alles zelf repareren, maar dat mag niet meer. Het vervangen van een batterij kan nu zomaar 10.000 euro kosten, terwijl die batterij zelf maar 2 euro kost. Dat is jammer. Veel jongeren hebben de behoefte en of vaardigheid niet meer om met een soldeerbout aan de slag te gaan.
MDR heeft veel plezier weggehaald van de techneut
Anderzijds gebeuren er nog steeds mooie dingen. We begonnen met twee man in dit ziekenhuis en nu is er een 3D-lab en een fluorescentie lab. Om besmette cellen op te kunnen zoeken met fluorescentie is een speciale camera nodig die zo rond de 120.000 euro kost. We dachten gelijk aan een handheld camera die we nog hadden om bloedvaten op te sporen. En dat ik die voor 7.000 à 8.000 euro kon ombouwen met nagenoeg hetzelfde resultaat. Nu is een IT-student bezig om ons idee te realiseren.’
Het mooiste en het zwaarste
‘Ik zou zo weer voor dit vak kiezen, maar dan wel het vak zoals ik het heb meegemaakt. De medische wereld is zo mooi. De omgang met de patiënten, dat is echt waarvoor ik het deed. Vooral de keren dat ik op de kinderafdeling kwam, staan me bij. Dan legde ik uit dat ik de technische dokter was en knoopte ik een gesprekje aan. Als het ijs brak, kon je een beetje een band opbouwen.
Een donkere bladzijde is de vuurwerkramp. Er was zoveel werk te doen, dat heeft diepe indruk gemaakt. Mensen met brandwonden werden in de centrale hal van het ziekenhuis behandeld.’
Tips en advies
‘Doe wat je zegt en zeg wat je doet. Wees eerlijk en houd een open relatie met je collega’s. Dat is volgens mij heel belangrijk. Dus niet roddelen, maar de dingen uitspreken als er iets speelt. Ga maar tegenover elkaar zitten en kijk elkaar maar in de ogen. Mijn leidinggevende was blij als ik een conflict op die manier kon bemiddelen. Dan was de kou weer uit de lucht.
Ook goed om te onthouden: nee is ook een antwoord. Technici willen soms te graag helpen en dat is een valkuil. Je moet geen dingen beloven die je niet waar kan maken. Blijf realistisch. Niemand is god, niemand heeft overal een oplossing voor.’
Uitzwaaien
‘Voor mijn afscheid werden via intranet alle collega’s uitgenodigd die mij kenden. De organisatie vreesde even voor Project X-achtige toestanden. Iedereen in het ziekenhuis heeft zo’n beetje met mij samengewerkt. Er was een fantastische opkomst van rond de vijfhonderd mensen.
Iemand riep dat na mijn vertrek alles duurder zou worden en langer zou duren. Dat vond ik eigenlijk wel een mooi compliment. Maar nu is het tijd om het ziekenhuis en alle ontwikkelingen daar los te laten. Ik ben lekker mijn huis aan het verbouwen. Stuken, waterleidingen en elektriciteit: ik doe alles zelf. Mijn werkplaats is nog steeds heel goed toegerust. Elektronica is en blijft mijn hobby.’
(2025-08 | Interview: Floor Gerritsma | Fotografie: privécollectie Jan)