Ferdi van der Pluym (38)
Medisch Technicus bij het Radboudumc Nijmegen
Aan het woord is ditmaal Ferdi van der Pluym (38), medisch instrumentatie technicus bij de Medische Technologie en Klinische Fysica (MTKF) in het Radboudumc. Afgelopen maart gingen 7 afdelingen, met in totaal 117 bedden, in het nieuwe gebouw A over op continue monitoring met VisiMobile. Wat ging daaraan vooraf? En waarom hebben we een polsmonitor nodig?
De polsmonitor
‘De polsmonitor meet non-stop de ademhalingsfrequentie, hartslag, huidtemperatuur, saturatie en bloeddruk van de patiënt. En deze waardes zijn zichtbaar op de polsmonitor, die klein en makkelijk draagbaar is. De waardes gaan over de centrale wifi naar de centraalpost waar de verpleging de waardes van alle patiënten op het scherm ziet. De waardes komen ook automatisch in het EPD. Daar zijn ze terug te zien zolang de patiënt gekoppeld is.
De metingen zijn net zo nauwkeurig als van andere apparatuur. De temperatuur is echter de huidtemperatuur en niet de kerntemperatuur. En de bloeddruk is de continue bloeddruk, wat een afgeleide is die regelmatig moet worden gekalibreerd, tenminste eens per 24u.
Zonder continue monitoring beoordeelt een verpleegkundige dagelijks aan de hand van de modified early warning score (MEWS) deze lichaamsfuncties. En of er op basis van die scores actie ondernomen moet worden. De scores komen tot stand via handmatige metingen, met een interval van 8 uur. In de tussenliggende tijd zijn er geen metingen en kan de patiënt achteruitgaan zonder dat dit geregistreerd wordt. Uit onvrede over de standaard MEWS-werkwijze op de verpleegafdelingen is de wens tot continue monitoring ontstaan.
Het was een lange weg van wens naar uiteindelijke implementatie
Hier in huis zijn een internist en chirurg de twee grote aanjagers van dit systeem geweest. Het was een lange weg van wens naar uiteindelijke implementatie. Onderzoek naar de meerwaarde van VisiMobile kostte veel tijd. En vervolgens moest er een business case komen om de raad van bestuur te overtuigen de pilot uit te breiden naar meer afdelingen.
Het laatste onderzoek naar het gebruik van de VisiMobile toonde aan dat er ruim 30% minder ongeplande IC-opnames waren na de invoering. Ook daalde het aantal oproepen aan het medical emergency team (MET). Bovendien scheelt het tijd voor de verpleging als de waardes continu inzichtelijk zijn. Andere voordelen zijn dat we in de toekomst met minder apparaten toekunnen omdat er veel functionaliteiten in één apparaat zitten.’
Van proefperiode naar medical device
‘We zijn echt jaren in de weer geweest voordat we zover waren als we nu zijn. De polsmonitoren worden momenteel gemaakt in Amerika. Er was destijds nog een ander Amerikaans bedrijf dat een vergelijkbaar product maakte, maar zij boden voor ons geen toegevoegde waarde. Met de huidge leverancier zijn we het hele proces doorgegaan van proefperiode tot goedgekeurd medical device. Zij kwamen destijds hierheen om de nieuwe software uit te rollen en ons uit te leggen hoe het systeem werkt, aan zowel de gebruikers als de technici. Denk aan alle ICT-koppelingen en de veiligheidsaspecten.
Bij versie 6.1 in 2021, het uiteindelijke product, was het de vraag of zij als leverancier de implementatie op zich zouden nemen of wij, als Medische Techniek en Klinische Fysica. We hebben het zelf gedaan, het beheer ligt bij ons. De import van de hardware gebeurt inmiddels door een tussenleveranvcier.’
Onderhoud en opleiding
‘In het begin stuurde ik het apparaatje meteen op naar Amerika als men dacht dat er een storing was. Inmiddels hebben we de rechten om ze zelf te mogen programmeren. Ik heb zelf een meetapparaat dat de vitalen van een patiënt kan simuleren, deze vitale waardes worden dan via de test-server geprojecteerd op de test-centraalpost. Zo kunnen we achterhalen of de hele keten werkt. Als de monitor verkeerde waardes vertoont, zichtbare schade heeft of een defecte batterij, wordt hij geretourneerd naar de firma en krijgen we een nieuwe of een refurbished monitor terug.
Het systeem bestaat uit een aantal herbruikbare onderdelen. Dit zijn de polsmonitor, de bloeddruk module met slang en de ECG-lead met 3 of 5 afleidingen. De disposables zijn de plakkers, de polsband, spo2-sensor inclusief tape voor de duimsensor en de bloeddrukband.
Als er in de praktijk iets niet klopt met de metingen, kan het zijn dat de plakkers niet goed zitten. Of dat het spo2-kabeltje beschadigd is, die is makkelijk te vervangen. Ook kunnen de contactpunten van de ECG vies worden, die moeten goed schoongemaakt worden. Onze superuser regelt bij ons de training van verpleegkundigen op de werkvloer.’
Verdere integratie met ICT
‘We hebben een Teams-omgeving ingericht met ICT en MTKF om samen het systeem goed draaiend te houden. De samenwerking is goed. Er lopen korte lijntjes, we kennen elkaar en weten elkaar snel te vinden. We hebben om de twee weken standaard een overleg. Op de afdelingen zijn superusers aanwezig. Zij runnen de boel op de afdeling. Zij helpen met het aansluiten van het systeem – hoe moeten de plakkers, wat zijn de juiste instellingen en hoe meld je de patiënt aan? Hierdoor worden wij niet bij elke vraag gebeld, dat werkt prettig.’
Pols versus pleister
Andere vormen van telemonitoring, zoals de slimme pleisters, vielen voor ons af omdat die minder functionaliteiten hebben dan deze polsmonitor. De pleisters doen alleen ademhaling en hartslag. De monitoren waar die gegevens op verzameld worden zijn ook nog log. De meetwaardes van de VisiMobile zijn direct zichtbaar bij de patiënt. Het apparaatje lijkt op een smartwatch. De wat jongere patiënten zijn eraan gewend dat hun waardes gemeten worden en inzichtelijk zijn. Continue monitoring op deze manier geeft de familie ook een rustig gevoel.
Het systeem is heel mobiel, alleen voor douchen moet het even losgekoppeld worden. Daar is een verpleegkundige voor nodig. En als de batterij verwisseld moet worden. Dat is nu elke 12 uur, maar de volgende generatie gaat al 72 uur mee.
Qua kosten weet ik niet wat beter is, die pleisters zullen ook niet goedkoop zijn. Uiteindelijk is het systeem op dit moment behoorlijk prijzig afgezet tegen de klinische opbrengsten, zeker voor de niet-academische huizen. We zullen met de data onderzoek blijven doen om te kijken of er meer winst te halen valt uit het continue monitoren. Mogelijk kunnen we op termijn dan zelfs met minder parameters uit. We zien ook meer bedrijven met dit soort wearables op de markt komen, dus door concurrentie kunnen de kosten ook nog omlaaggaan.’
Vooruitgang, voors en tegens
‘Bij elke innovatie is er ook een behoudende tegenkracht. Ik kan niet precies zeggen waar dat bij de VisiMobile door kwam. Misschien omdat men bang was dat verpleegkundigen minder tijd bij de patiënt zouden zijn omdat ze alles op het centrale scherm kunnen zien. Maar de ervaringen op de afdeling is niet dat verpleegkundigen minder bij de patiënt zijn.
Bij ons vond de afdeling Neurologie het spannend om van telemetrie-apparatuur over te stappen op monitoring. Uiteindelijk was de ingebruikname van het nieuwe gebouw een harde deadline. Over het algemeen zie je dat de wat oudere artsen en verpleegkundigen een voorkeur hebben voor de handmatige metingen.
Bij de inrichting van ons nieuwe gebouw is er alsnog gekozen voor bloeddruk- en saturatiemeters in de kamers. Het is een kantelpunt tussen vasthouden aan het vertrouwde en overstappen op het nieuwe. Bij wifi-uitval (of andere problemen) moet je op een andere, betrouwbare manier kunnen meten. Daarnaast zijn niet alle patiënten geschikt om aan te sluiten op een VisiMobile, dus daar wil je ook een alternatief voor hebben.
We hebben één keer inderdaad bij een update vanuit de ICT problemen gehad met de aanmeldprocedure op het netwerk. De VisiMobile kastjes zijn afhankelijk van de wifi, dus op dat moment lagen de polsmonitoren op de afdelingen eruit. Na het volgen van de juiste protocollen kon dit snel worden opgelost.
Bijvangst van de VisiMobile is dat de polsmonitoren ook te gebruiken zijn voor lig- en valdetectie. Je ziet de positie van de patiënt in bed. Daar wordt nu onderzoek naar gedaan. Misschien kan de polsmonitor in de toekomst de Optiscan Bed sensoren vervangen.
We hopen dat patiënten in de toekomst eerder naar huis kunnen
We hopen dat patiënten in de toekomst eerder naar huis kunnen omdat we ze monitoren op afstand. Bij achteruitgang van de waardes kan men actie ondernemen. Het verkort de ligduur en de patiënt is eerder in de eigen vertrouwde omgeving.’
Visensia en toekomstmuziek
‘Nu de VisiMobile op deze afdelingen is uitgerold gaan we ons richten op nieuwe aanvragen van andere afdelingen. We zijn inmiddels ook bezig met Visensia. Op basis van dit AI-algoritme hopen artsen te kunnen voorspellen wanneer een patiënt achteruitgaat. Persoonlijke, actuele meetwaarden kunnen vergeleken worden met een groot cluster patiëntgegevens en zo kunnen patronen zichtbaar worden die voorspellen wat er met de patiënt gebeurt. Dat gaat aan de hand van scores en zo kan een patiënt naar boven komen op het scherm.
Het kan zijn dat er in de toekomst één grote control room is voor het complete ziekenhuis. Daar kunnen gespecialiseerde verpleegkundigen ook patiënten thuis of mogelijk zelfs in andere ziekenhuizen in de regio in de gaten houden. Dat is voor sommigen wel een kippenvel-scenario.’
(2022-08 | Interview: Floor Gerritsma | Foto: Hans-Peter van Velthoven)